De boerderbij honing komt uit mijn eigen kasten. De honing wordt zelf geslingerd en in potjes gedaan. Alle honing wordt gehaald rondom de Poortakker. Er wordt niet gereisd met de kasten. Ik slinger meestal 2 keer per seizoen. Als het voorjaar goed is geweest slinger ik eind mei om de voorjaarshoning te verzamelen. Verder slinger ik soms in juli als het begin van de zomer (ook) goed is en de honingkamers weer vol raken. Ik slinger in ieder geval aan het einde van het seizoen, ergens halverwege augustus. In principe worden alleen ramen geslingerd waarvan het merendeel van de cellen is gesloten of als blijkt met een stootproef dat de honing goed is ingedikt en voldoende droog is.
De opbrengst aan honing varieert per jaar, sommige jaren is de opbrengst van mijn honing erg laag. Dat ligt dan aan het seizoen, dat bijvoorbeeld erg nat of erg koud is geweest, of door onvoorziene sterfte in mijn volken door natuurlijke oorzaken. De laatste jaren staat de honingopbrengst ook onder druk door de opkomst van de Aziatische hoornaar. Deze exotische wespachtige (niet te verwarren met de Europese hoornaar) die veel bijen en zelfs volken doodt, is ondertussen een behoorlijke plaag geworden voor imkers in Nederland. De bijen in Nederland hebben geen verweer tegen deze nieuwe rover, en ook de imkers weten nog niet goed hoe we deze plaag buiten de kasten kunnen houden. Gelukkig valt de impact daarvan op mijn volken nog mee. En soms hebben we ook gewoon een goed jaar met een prima verhouding zon en regen en warmte.
Doordat ik door de jaren heen veel afnemers heb gekregen die graag een paar potten honing kopen, en dus soms niet genoeg honing uit mijn eigen kasten heb, verkoop ik soms aanvullend ook honing die door de imkervereniging (waar ik lid van ben) is geoogst op de Biebult (omgeving middelbeers). Op het etiket is duidelijk zichtbaar waar de honing vandaan komt. Rechtsboven staat de lokatie en herkomst van de honing duidelijk vermeld. Ook deze honing is echte imkerhoning die ambachtelijk is verzameld en geoogst uit verenigingskasten. Deze kasten worden gebruikt om ieder jaar aankomende imkers de beginselen van de hobby te leren. Voor meer informatie over de imkervereniging en de betreffende lokatie zie de uitleg over dn Biebult

De houdbaarheidsdatum van de honing wordt bepaald door het vochtgehalte in honing. Honing wordt gevormd doordat de bijen het vloeibare nectar opslaan in de cellen en vervolgens met behulp van warmte en ventileren dit laten indikken, waardoor water in de nectar verdampt. Als de nectar voldoende is ingedikt en droog is gemaakt wordt de cel door de bijen afgesloten met een kapje. OP de foto hierboven zijn de gesloten honingcellen goed te zien. Je ziet ook nog “glimmende” cellen, dit is dus nectar die nog niet is afgesloten. Bij het honingslingeren wordt er op gelet dat er alleen ramen worden geslingerd die in voldoende mate gesloten honingcellen bevat, waardoor de honing voldoende droog is. Honing die te nat is kan gaan gisten en is niet meer geschikt voor consumptie. Na het slingeren meten we van de geoogste honing het vochtpercentage met een refractometer. Daar wordt dan de houdbaarheidsdatum van afgeleid.
Honing kan gaan kristalliseren, dat wil zeggen hard worden. Dat is een natuurlijke eigenschap van honing en heeft te maken met de verhoudingen van de verschillende soorten suikers die in de honing zitten, en dat is weer gekoppeld aan de verschillende planten waar de nectar is gehaald. Er is niets mis met gekristalliseerde honing. Je kunt de honing weer vloeibaar maken door deze een aantal uren te verwarmen tot 30-40 graden. Maak de honing niet te heet, boven de ongeveer 45 graden verliest de honing veel van zijn gezonde eigenschappen. Ook dan is de honing nog steeds lekker (bijvoorbeeld in de thee), maar toch anders.
Honing moet je goed afgesloten en wat koeler bewaren, honing trekt vocht aan en dat vergroot de kans op gisten, en koelere honing zal minder snel kristalliseren.
Omdat de bijen zelf kiezen op welke planten ze vliegen om nectar te halen en de honing pas wordt verzameld na een bepaalde periode is niet te achterhalen welke planten hebben bijgedragen aan de smaak van de honing. De keuze om nectar te halen bij bepaalde planten is van veel factoren afhankelijk, en omdat in het vlieggebied van de Poortakker heel veel verschillende soorten planten bloeien is dat onmogelijk te voorspellen. Ook kan dit van seizoen tot seizoen en van week tot week verschillen, afhankelijk van het weer (bijen vliegen niet als het regent), de temperatuur (bijen vliegen niet als het koud is), het bloeimoment van planten, de mate van regen (planten geven meer of minder nectar afhankelijk van het vocht in de grond), andere plantengroei, snoeien van planten, problemen rond of in de kast zoals Aziatische hoornaars, mijtenbesmetting, koninginnenwissel, de keuze van bijen om langer of korter op een bepaalde plant te vliegen, en nog veel meer factoren. Toch vind ik iedere keer weer als er honing is geslingerd dat de nieuwste honing heerlijk van smaak is (lol).
Waarom staat er op het etiket dat je geen honing moet geven aan kinderen jonger dan 1 jaar?
Honing is een natuurproduct en bevat dus ook geringe hoeveelheden bacteriën. Die zijn voor een normaal mens totaal onschadelijk. Bij kinderen jonger dan 1 jaar is echter de darmflora nog niet volledig ontwikkeld, en kan deze bacterie overleven en kan dit in zeldzame gevallen leiden tot botulisme. Daarom staat deze waarschuwing op het etiket.